1. “Het Klimaatprobleem”. Dat is een van die begrippen waarbij je
eigenlijk niet zo goed weet waar je in eerste instantie aan moet
denken. Misschien moet je het even googlen om precies te weten
wat het begrip ook alweer omvat.
Toch hebben we er dagelijks mee te maken en komt het regelmatig
in verschillende media voor. Maar hoe bewust zijn mensen er echt
mee bezig? Ik interviewde hierover mijn moeder, om haar even
lekker te irriteren op haar vrije zaterdag. Als eerste natuurlijk de
hamvraag: wat is het klimaatprobleem?
Grote ogen... ‘Oh, nou eh, eigenlijk weet ik er wel
wat over, in de media word veel geschreven over het
broeikaseffect. Ze willen mensen aansporen om
beter om te gaan met energie. Spaarlampen, groene
energie, en andere alternatieve manieren zijn dingen
die je vaak tegenkomt. De belangrijkste oorzaak is
denk ik de opwarming van de aarde, waardoor het
klimaat veranderd. De temperaturen worden hoger,
en dan is het natuurlijk mis als er niks aan gedaan
word.
Zo, een duidelijke omschrijving, je weet meer dan je denkt! Maar
wat doe je zelf eigenlijk aan het klimaatprobleem? ‘Je denkt er
wel aan, maar je bent er nooit constant en bewust
mee bezig. Ik bedenk wel of de verwarming niet te
hoog staat. Ik doe lichten uit en zorg bijvoorbeeld dat
ik niet voor elk klein dingetje de wasmachine aanzet.
Eerlijk gezegd ga ik er niet erg ver in, bijvoorbeeld af-
val scheiden: dat doe ik erg rommelig. Aan de andere
kant vind ik ook dat ik niet de enige ben die daar aan
kan bijdragen. Als ik dingen lees over vervuiling en je
bekijkt de statistieken, valt het mij ook op dat maar
een klein deel vanuit de consument komt. Dan denk
ik bij mezelf: ik zit op kleine dingen te letten, terwijl
grote bedrijven afvalstoffen allemaal gewoon – hoppa
– ‘de lucht in stoten’. Voorbeeld? Dat gedoe met het
Kyoto-protocol’ zegt ze duidelijk een beetje gepikeerd.
‘Grote regeringen willen zich er niet aan houden.
Tegen ons zeggen ze duurzam dit en duurzaam dat, en
wij trekken het ons – terecht- aan. Het ís ook iets om
je druk over te maken, maar die hoge piefen ontkomen
elke keer aan de dans. Dáár kan ik me kwaad over
maken. Laat ze daar maar eens wat aan doen.’’
Je wijst dus naar de grote bedrijven. Als het blijft doorgaan zoals je zegt,
hoe denk je dat het er dan over een aantal decennia uitziet in ons land?
‘Er zullen bomen sterven en meer ziektes en plagen
komen, doordat de temperatuur stijgt gaat het
ecologische evenwicht eraan. Maar ik weet niet of je dat
binnen nu en 10 jaar al merkt. Op korte termijn hebben
we wel gemerkt dat de seizoenen ‘verschuiven’. Hoewel
ik denk dat de natuur heel wat aankan, denk ik niet dat ze
dat zomaar kan herstellen.’
‘Weet je wat het ook is’, vervolgt ze meteen, ‘Al zou ik het
willen, als individueel persoon heb ik niet het gevoel dat ik
er überhaupt iets aan kán doen.’
Zou het dan niet wat zijn als meer mensen dat gevoel hebben? En als
jullie op de een of andere manier samenkomen, zou je er dan met z’n
allen iets aan doen? ‘Tsja, dan misschien wel, maar ik denk
ook dat het er op het moment niet de tijd voor is, met de
economische crisis in het achterhoofd. Mensen zijn toch
meer geneigd om voor de economie te kiezen dan voor het
milieu als ze minder te besteden hebben of hun baan
hebben verloren. Misschien ben je dan niet eens in de
staat om de duurzame kant te kiezen.’
Goed punt. Het blijft natuurlijk sowieso de vraag wie er iets aan kan
doen. Roepen dat we er met zijn allen iets aan moeten doen om het
samen-gevoel erbij te betrekken, lijkt niet te werken. ‘Ja, het is
lastig’ valt mams me in de rede, ‘want het is natuurlijk wel
een kwestie die iedereen aangaat. Doen we er niks aan
dan zitten we misschien over 10 jaar zonder bomen. Ik zou
op zich meer kunnen doen, maar dan zou ik meer moeite
moeten investeren. Ik wil mijn steentje bijdragen op het
moment dat ik mijn steentje kán bijdragen. Ik voel me
totaal niet geroepen om zelf wat op te zetten. Ik werk op
een basisschool en daar doen we af en toe best wat met
milieu. Bepaalde acties zorgen er toch voor dat het weer
even onder de aandacht komt. Je maakt ook de kinderen
bewuster, het zijn kleine dingen, maar dat zijn de dingen
waar ik aan wel zou kunnen en willen meewerken.’
Mensen willen er dus aan de ene kant wel bewust mee bezig zijn, maar
aan de andere kant kost het veel moeite en wellicht ook tijd en geld. Als
de kansen al worden aangereikt is de drempel echter een stuk lager om
mee te doen. Mensen moeten het gevoel hebben dat het zin heeft. Ook
moet er op grotere schaal een hoop vertrouwen worden gewekt, onder
andere dus in die grote bedrijven. Maar ja, wie verlaagt die drempel
op zo’n manier? En wie spreekt die grote bobo’s aan? Jij misschien? Ik
durf het bijna niet te zeggen, want straks val ik in clichés en blijven we
filosoferen over idealen op onze vrije zaterdagmiddag.
Maar het begint blijkbaar toch echt bij jezelf...
‘Het klimaatprobleem is ook iets om je
druk over te maken, maar die hoge
piefen ontkomen elke keer aan de dans.
Dáár kan ik me kwaad over maken’
Wat je zegt, ben je zelfmet je kop... over 10 jaar in een gasmasker.